19-4 | wedstrijden sevens |
26-4 | Koningsspelen |
19-5 | Vriendentoernooi |
26-8 | Knotshockey toernooi |
1-9 | Viking Jarl Toernooi |
8-11 | Voedselbank Vrijwill |
15-12 | Mazda MX5 club bijee |
Hele agenda |
21-5-2016 |
Vive la France – column Jan Kouwenhoven Toegeven: kamperen is niet mijn ding en Frankrijk is niet mijn favoriete land, dus dat ik ooit een tent in la Métropole zou opzetten was net zo onwaarschijnlijk als dat ik ooit voor Oranje zal worden opgeroepen. Tot voor kort, want afgelopen weekend trokken we met uitpuilende kofferbak zuidwaarts – maar liefst negen jeugdteams van ons mochten deelnemen aan een internationaal toernooi. Onderweg mezelf niet opwinden over bumperkleven, druk getoeter en afsnijden was al een zware beproeving te noemen, maar code rood werd bijna afgegeven toen we in Wattignies het sportterrein niet op mochten rijden. Druk gebarend werd ons duidelijk gemaakt dat we de auto ergens achter de kerk moesten parkeren. Ik zag ons al een defilé lopen langs de dorpelingen, mijn vrouw en ik als pakezels volgehangen met kampeerspullen. Bonjour! Na enige onderhandeling mochten we dan toch even snel de auto uitladen.
De pop-up tent was zeer eenvoudig op te zetten, zo was ons althans beloofd. Maar dat bleek pas waarheid te worden nadat een fervent kampeerder, na eerst lange tijd kostelijk ons gestuntel aanschouwd te hebben, wel de juiste sluitingen en touwtjes losmaakte. Ons team had inmiddels hun legertent al staan. Nou ja, ik moet het toegeven: ze hadden zelfs het eerste eindsignaal al gehoord. Gelukkig volgden er nog meer wedstrijden voor we naar de grote feesttent mochten waar het avondeten werd opgediend. Of er was terreurdreiging of het eten moest bijzonder zijn want de controle bij de ingang was scherper dan die van de Hongaarse grensovergang. Met gepaste opluchting bleek het eten de aanleiding te zijn. Zeer bijzonder was het. Serieus. Voor het eerst van mijn leven een kok getroffen die het zelfs voor mekaar heeft gekregen macaroni grandioos te verpesten.
De volgende dag moesten we meer dan eens een flinke sprint trekken omdat de organisatie zo vriendelijk was het spelschema alleen in het Frans om te roepen. Eerst verbaasde blikken naar elkaar, soms wanhopig op zoek naar een ouder die de taal wel machtig was. En dan: ‘Stil eens: volgens mij moeten we na deze wedstrijd op veld 6. Toch? Nee joh! We moeten naar veld 2. Nu!’ Slechts één regenbui was nodig om ons duidelijk te maken waarom de vier legertenten ooit waren afgekeurd voor onze soldaten. Twee jongens- en twee meisjesteams werden met man en macht geëvacueerd naar een nabij gelegen sporthal. De vaders die zich opofferden erbij te gaan liggen, omdat zij als geen ander weten wat jongens graag willen, halen waarschijnlijk nu nog steeds misgelopen slaap in.
Afijn, dag drie: Enige tijd na een lauwe douche waar rondom voetschimmel, spinnen en ander ongedierte hand in hand over vloer en muren liepen, werd ik er door lolbroeken op gewezen dat ik beter vooraf een vijfdaagse cursus had kunnen volgen voor het opvouwen van de pop-up tent. Over de taferelen met toiletrollen zwijg ik. Net als over de staat van de gemengde toiletten. Het zal duidelijk zijn dat kamperen nog steeds niet mijn ding is en Frankrijk niet is gestegen op mijn lijstje ‘favoriete landen’, maar ik hoop toch zo vurig dat we volgend jaar weer gaan. Sporters en ouders hebben zo enorm genoten en wat hebben we gelachen om de dingen die niet zo liepen als wat wij in ons thuisland gewend zijn. Werkelijk een topweekend, zonder overdrijven een herinnering voor het leven. Ik had het nooit, nooit, nooit willen missen. Vive la France! |
terug naar vorige scherm |